Zwemlessen

 

Zwemles.in geeft zwemlessen voor het behalen van alle diploma’s van het Zwem-ABC (de ‘elementaire’ zwemopleiding), ook wel de veiligheidsdiploma’s genoemd. De basis-zwemopleiding bestaat uit drie verschillende diploma’s: A, B en C. Hoewel de ABC-opleiding gezien wordt als een geheel, zwemt uw kind voor elk diploma apart af.

 

Onze zwemlessen duren 45 minuten. In die tijd kunt u ontspannen of werken in een comfortabel omgeving.

 

Kijk hier voor de tijden en kosten op uw gewenste zwemlocatie.

 

Tijd voor de eerste zwemles!

Dat is best spannend. En vaak niet alleen voor de kinderen … Daarom krijgt uw kind de tijd om aan het water te wennen. Meestal zijn kinderen vijf jaar wanneer ze op zwemles gaan. Sommige kinderen zijn op vierjarige leeftijd al toe aan zwemles, andere kinderen als ze zes (en soms zelfs zeven) jaar zijn. Dat verschilt per kind.

 

Hoe begint het leren zwemmen?

Leren zwemmen begint met een goede beenslag. Daarom leren wij uw kind eerst om in het water vooruit te komen met de schoolbeenslag en/of de borstcrawlbeenslag. Om goed te leren zwemmen, is een geautomatiseerde (zie de alinea hieronder) beenslag heel belangrijk. Daarom oefenen we dat extra veel en lang, met een plank en/of drijver. Het is belangrijk om te weten is dat het aantal kurken niets zegt over de kwaliteit van de beweging. We gebruiken ze slechts als hulpmiddel bij het aanleren van de juiste bewegingen.

 

Wel meters maken, geen baantjes trekken
Met een geautomatiseerde zwemslag bedoelen we de zwemslag uitvoeren zonder erover na te denken. Dit betekent dat uw kind overal kan zwemmen. Zowel in een rustige omgeving als in een drukke, ongecontroleerde omgeving (zoals in een druk zwembad). Om dat te leren, zwemmen de kinderen bij ons kriskras door elkaar, net als in het echt. En daar horen ook ballen en matten bij. Veiligheid in het water draait om aanpassingsvermogen.

 

Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten?

Voor de zweminstructeur is het vooral belangrijk dat:

 

  • uw kind vertrouwd raakt met het water;
  • de beleving van uw kind positief is; wanneer een kind bijvoorbeeld angstig is, kan de zwemleraar een stapje terugdoen in de leerroute;
  • uw kind technisch juist zwemt; uw kind moet – in ongecontroleerde omgevingen – met geautomatiseerde zwemslagen kunnen zwemmen zonder aanwijzingen.

 

Zwemdiploma halen: A, B en C
Bij zwemdiploma A maakt uw kind kennis met water en leert hij of zij de beginvormen van het zwemmen. Zo kan uw kind zich veilig in het water bewegen. De nadruk ligt op de schoolslag; een complexe beweging, die meestal veel tijd en aandacht kost om kinderen aan te leren. Het A-diploma kent bij elkaar ongeveer tien vaardigheden. De volgorde waarin uw kind die leert, hangt af van de leeftijd, het gedrag en de motoriekontwikkeling.

 

Waarom zijn zwemdiploma B en C belangrijk?

Tijdens de zwemlessen voor het diploma B gaat het vooral om het verbeteren van de aangeleerde technieken, zodat uw kind zich efficiënter en dus veiliger in het water kan voortbewegen.

De zwemlessen voor het diploma C draaien naast veiligheid vooral om het aanleren van een juiste ademhaling. Uw kind leert twee nieuwe technieken aan, de ademhaling-schoolslag en de ademhaling-borstcrawl. Met als resultaat dat uw kind zich efficiënter in het water beweegt en dat de veiligheid toeneemt.

 

Afzwemmen

Hoe lang duurt het om het A-diploma te halen? Of het hele Zwem-ABC? Logische vragen, maar het is moeilijk te voorspellen wanneer een kind kan afzwemmen. Elk kind is uniek en vraagt om een andere aanpak. Afhankelijk van leeftijd, gedrag en motoriek. Zwemmen leren gaat stap voor stap. En iedere stap is een nieuwe uitdaging voor uw kind. Hoeveel tijd een kind nodig heeft per stap, is heel verschillend.

 

Het behalen van het A-diploma kost de meeste tijd. En het B-diploma volgt over het algemeen sneller dan het C-diploma. De reden daarvoor is dat uw kind voor het C-diploma twee nieuwe vaardigheden moet aanleren. En iets nieuws aanleren, kost meer tijd dan herhalen en verbeteren (de kern van het B-diploma).

 

Veiligheid centraal
Zwemmen in een zee, meer of rivier vraagt andere vaardigheden dan zwemmen in een zwembad. Bij het zwemmen in ‘open water’ kun je onder andere te maken krijgen met donker en koud water, stromingen en slecht zicht. Daarom staat vooral de veiligheid centraal in de zwemlessen voor de diploma’s A, B en C. Kinderen moeten voorbereid zijn op het zwemmen in elke situatie, binnen en buiten. Voorbereid zijn betekent ook dat ze op de juiste momenten durf en zelfvertrouwen tonen én zelf in staat zijn hun (on)mogelijkheden in te schatten.

 

Veiligheid is ook de voornaamste reden om na het behalen van zwemdiploma A en B verder te gaan met zwemmen. Regelmatig zwemmen leidt tot een betere zwemtechniek en meer zelfvertrouwen.