De rugslag is voor de meeste kinderen gemakkelijker om te leren dan de schoolslag. Ze hoeven namelijk alleen hun benen te bewegen. Bovendien is drijven op je rug sowieso eenvoudiger. Daarom leren we de rugslag meestal tegelijk aan met de schoolslag.
Rugslag met hulp van de leerkracht
De zwemleraar helpt het kind om op zijn rug in de goede houding in het water te liggen.
Rugcrawlbeenslag met blokje achter hoofd
Daarna leert het kind om zelf goed op de rug te liggen in het water. Met een blokje achter het hoofd, leert het kind zich met de benen voort te bewegen. Ook leren de kinderen om om zich heen te blijven kijken en zich te oriënteren als ze op hun rug liggen.
Als de houding goed is en het kind in de gewenste richting kan voortbewegen, is het tijd om extra te letten op de beenslag. Die is een stuk gemakkelijker omdat je op je rug stabieler ligt dan op je buik.
Rugslag zonder blokje achter hoofd (RS)
De laatste stap om de rugslag te leren, is het zwemmen zonder blokje achter het hoofd.
Hierbij houdt het kind dezelfde uitgangshouding, maar dan zonder blokjes. De beenslag is inmiddels geautomatiseerd. Het kind kan zich nu dus helemaal concentreren op de juiste houding.
Door de stabiele ligging heeft het kind veel tijd om de beweging uit te voeren. U zult zien dat uw kind de rugslag een stuk rustiger maakt dan de schoolslag.